Hoe simpeler je het kunt maken, hoe beter dat het is!
Wil je je hond iets nieuws aanleren? Verdeel je oefening in laagjes en zoveel mogelijk tussenstapjes.
Een voorbeeld:
Je wil je hond leren om te blijven terwijl je hardop tot 5 telt. Dat probeer je een keer, maar zodra je begint te praten, staat hij op.
Een heel belangrijke regel om te onthouden is de volgende: Niet 2 keer achter elkaar precies hetzelfde proberen! Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg! Als je het nog een keer op dezelfde manier probeert, is de kans heel groot dat het nog een keer niet lukt en dat is zonde.
Een van de dingen die je kunt doen om het wel te laten lukken, is de oefening verdelen in zoveel mogelijk tussenstapjes.
In dit voorbeeld hardop tot 5 tellen, hoeveel tussenstapjes kun je verzinnen? Je kunt eerst tot 1 tellen, dan tot 2, enz. Dan heb ik 4 tussenstapjes. Kunnen we er nog meer tussenstapjes van maken? Je kunt ook eerst in jezelf tot 1 tellen, tot 2, enz, dan fluisterend tot 1, tot 2, enz en dan hardop tot 1, tot 2 , enz tot 5. Dan heb ik ineens 14 tussenstapjes!
Hoe kleiner de stapjes zijn, hoe groter de kans dat je de hond kunt belonen voor wat goed ging. Hoe vaker je dat doet, hoe meer vertrouwen hij in de oefening krijgt, hoe zekerder van zijn zaak hij wordt. Hij zal gemotiveerd blijven en het leuk blijven vinden om te oefenen en dingen te leren.
Veel oefeningen bestaan uit verschillende ‘laagjes’ die je los van elkaar kunt oefenen. In ons voorbeeld van het hardop tot 5 tellen, heb je een laagje ’tijd’: de hond moet leren om 5 seconden te blijven. Daarbij heb je een laagje ‘hardop tellen’: de hond moet leren om te blijven terwijl je hardop telt. Oefen de laagjes eerst los van elkaar en voeg ze dan samen. Dus eerst alleen de tijd langer maken, dan het tellen en ze stap voor stap samen voegen.
Nog een voorbeeld: de hond leren om te blijven terwijl je al joggend een rondje om hem heen rent.
Laagje ‘joggen’ en laagje ‘rondje om hem heen’.
Tussenstapjes laagje ‘rondje om de hond heen’: stap op de plaats – stap naar links – stap naar rechts – 1 stap van een cirkel om de hond heen – 1 stap van een cirkel om de hond heen naar de andere kant – 2 stappen van een cirkel om de hond heen – 2 stappen van een cirkel om de hond heen naar de andere kant – 3 stappen van een cirkel om de hond heen – 3 stappen van een cirkel om de hond heen naar de andere kant – enz.
Tussenstapjes laagje ‘joggen’: 1 stap op de plaats – 2 stappen op de plaats – 3 stappen op de plaats – 4 stappen op de plaats – 5 stappen op de plaats – 1 stap op de plaats waarbij je een verende beweging maakt en je ene been iets hoger optrekt en op je tenen van de andere gaat staan – 2 stappen op de plaats waarbij je een verende beweging maakt en je ene been iets hoger optrekt en op je tenen van de andere gaat staan – jog beweging op de plaats, héél kort – joggen op de plaats, 1 sec. – joggen op de plaats, 2 sec. – joggen op de plaats, 3 sec. – joggen op de plaats, 4 sec. – joggen op de plaats, 5 sec. – joggen op de plaats, 6 sec.
Na iedere geslaagde tussenstap beloon je de hond. Als de laagjes los van elkaar lukken, ga je ze samenvoegen. Dat doe je weer met tussenstapjes. Dus NIET de laatste stap van het laagje ‘joggen’ met de laatste stap van het laagje ‘rondje om de hond heen’. Maar in dit voorbeeld: joggend 1 stap naar links – joggend 1 stap naar rechts – enz.
Als je zo een oefening opbouwt, weet je waar je mee bezig bent en zal de hond ook écht leren wat je hem wilde leren.
Als je te snel wil of te grote stappen neemt:
- zal je hond sneller in de fout gaan
- wordt je hond onzeker
- verliest hij motivatie, wil niet meer oefenen
- gebeurt dit bij veel oefeningen, kan je hond luisteren überhaupt niet meer leuk vinden “o nee, mijn baasje zegt weer iets, dat begrijp ik toch niet”
- gaat je hond zich afsluiten of raakt gefrustreerd.
Nog verder lezen over hoe je je hond een betrouwbare blijf-oefening kunt aanleren?