06 20 95 38 47 sandra@caniconnect.nl

In deel 1 en deel 2 legde ik je uit over de periode vanaf de geboorte van je puppy tot aan de peuterpuberteit.

Je puppy groeit razendsnel. Voor je het weet is hij alweer 4 maanden oud.

En rond die leeftijd doet zich dan alweer een nieuwe fase aan, de zogenaamde vluchtfase…

Tot nu toe ontwikkelde iedere pup zich ongeveer in hetzelfde tempo en op dezelfde manier. Vanaf deze leeftijd komt daar verandering in. De snelheid van de ontwikkeling van de hond zal vanaf nu afhankelijk zijn van het ras. Kleine rassen zullen zich (mentaal) sneller ontwikkelen dan de grotere.

In deze periode komen ook aangeboren instincten en driften tot uiting.

Een herder zal in deze periode mogelijk typische herder-trekjes gaan ontwikkelen, zoals meer interesse krijgen in bewegende dingen en er misschien wel achteraan willen jagen. En bij bijvoorbeeld een beagle zal zijn neustalent nu meer naar voren gaan komen.

Realiseer je dat gedrag dat aansluit bij de hond z’n natuurlijke instincten en driften voor de hond meestal als zelf -belonend wordt ervaren en dat het zich dus razendsnel kan ontwikkelen (ook richting ongewenst gedrag).

Het kan helpen om je puppy soms meer te begrenzen en (tijdelijk) minder vrijheden te geven (meer aan de lijn te houden bv). Zo kán bepaald gedrag minder snel optreden en leert je hond er dus ook niet van (gedrag hoeft niet altijd van “buitenaf” beloond te worden, het kan zó bij een hond passen dat alleen het uitvoeren van het gedrag al een beloning op zich is).

Het is de kunst om deze talenten gecontroleerd tot ontwikkeling te laten komen. Sámen met jou en/of op zo’n manier dat je er controle over houdt. Je hond dus bijvoorbeeld niet zélf achter van alles en nog wat laten aanjagen, maar in een gecontroleerd spel, na toestemming, achter een speelgoedje aan mogen jagen.

Socialisatie stopt nooit

Ook in deze fase is het belangrijk dat de hond in situaties blijft komen waarmee hij later ook in aanraking komt (en die hij inmiddels al normaal vindt waarschijnlijk).

Het is namelijk ook de fase waarin angst een grotere rol gaat spelen in hoe je hond reageert op bepaalde nieuwe of bekende dingen. In deze leeftijd kun je bijvoorbeeld meemaken dat je met je hond langs een standbeeld loopt, waar hij er misschien al meer van heeft gezien, maar nu ineens gaat hij ernaar blaffen of springt achteruit en wil er niet langs. Ditzelfde gedrag kun je ook zien bij bijvoorbeeld vuilniszakken of vuilcontainers die op een andere plek staan.

Allemaal heel natuurlijke en gezonde ontwikkelingen maar lang niet altijd eenvoudig om je geduld te blijven bewaren en in alle rust te blijven zoeken naar hoe je je puppy zonder kleerscheuren door deze fase heen loodst.

In de eerste 7 maanden leg je het fundament voor het gedrag van je hond als hij straks volwassen is.

Zorg ervoor dat je bewuste keuzes maakt en dat je weet wat je aan het doen bent.

In deze fases gaat het niet om trucjes aanleren maar juist ook goed weten wat je kunt doen als je puppy (nog) niet doet wat je misschien dacht dat je hem al wel geleerd had ;-). Nieuwe vaardigheden écht goed leren en beheersen kost nou eenmaal tijd. Met al die ontwikkelingssprongen van je puppy wordt er veel van je geduld gevraagd.

Als je begrijpt hoe je hond leert, waarom hij bepaalde dingen doet of andere juist (nog) niet, wordt het opvoeden en trainen een stuk eenvoudiger en logischer.

Voorspelbaarheid en consequentheid zijn van cruciaal belang in deze eerste 7 maanden. Je hond wil weten waar hij aan toe is en heeft jouw standvastigheid en je begeleiding daarin hard nodig.

En NIET dat je van de ene naar de andere methode hopt of steeds weer iets nieuws uitprobeert omdat snel resultaat uitblijft.

Zoals je kunt lezen, staan je nogal wat fases te wachten voordat je puppy volwassen is en je achterover kunt leunen wat zijn opvoeding betreft 😉.

Ga geen “brandjes blussen” en ga niet niet “shoppen” voor adviezen en oplossingen!

Zorg ervoor dat je je puppy niet alleen trucjes leert maar dat je ook heel goed leert begrijpen wat erachter zit. Dat je weet wat je aan het doen bent en dat het past in een methode, in een plan.

Zo’n plan geeft je houvast: wat doe je wanneer, waarom en hoe.

Hier kun je dan op terugvallen als je puppy in zo’n trossen-bananen-in-zijn-oren-fase zit (of één van de andere fases ;-).

Als je wilt kan ik je helpen met zo’n plan. Ik heb een heel compleet puppy programma ontwikkeld waarin ik je aan de hand neem en precies vertel wat je wanneer kunt doen met je puppy en hoe. Het programma sluit precies aan bij al die fases waar je puppy doorheen gaat.

In dat programma krijg je de tools en het inzicht hoe je een super-relatie met je puppy kunt opbouwen. Zo wordt je puppy een blije puppy en jij een blij en trots baasje :-).

En het mooiste is: je hoeft niet te wachten maar kunt direct starten.

Geen korte cursus van 8 of 10 weken maar levenslang toegang zodat je de lessen in alle rust en op de momenten dat het jou (en je pup) uitkomt kunt bekijken en ermee aan de slag kunt gaan.

Hier kun je meer informatie lezen over het puppy-programma ‘Vol vertrouwen je puppy opvoeden’.