nov
13
Mijn hond komt niet als ik hem roep …
  • als hij met andere honden aan het spelen is,
  • als hij iets heeft ‘gepikt’,
  • als we hem willen aanlijnen,
  • als hij zijn focus op iets ander heeft,
  • als hij een speelgoedje vast heeft,
  • …nooit…

Giggle is nu ruim 2 jaar oud en in de meeste situaties ben ik aardig tevreden over hoe zij luistert.

Maar…

Als zij een speelgoedje heeft en ik roep haar… komt zij niet. Wat ze wel doet, beschreef ik in dit artikel.

Een hond is een hond en die mag ook wel eens niet luisteren. Ja, ook die van mij hoor ;-). Maar voor haar en andermans veiligheid streef ik wel naar een zo goed mogelijke ‘kom hier’ oefening. Ook als er afleiding is, ook als ze met andere honden speelt en ook als ze een speelgoedje heeft.

Dus, aan de slag!

Hoe ziet mijn plan eruit om dit voor Giggle en mij te verbeteren?

Stap 1: op zoek naar het onderliggende.

Waarom het onderliggende? vraag je je misschien af. In veel situaties luistert (in dit geval en voor de rest van dit artikel bedoel ik hiermee dat ze komt als ik haar roep) Giggle wel. Het is dus niet zo dat ze ‘gewoon’ niet begrijpt wat ik bedoel.

Om te beginnen ga ik bedenken in welke situaties/ met welke afleidingen ze wel of niet luistert  En wat valt me dan op… bij water in de buurt luistert ze het slechtste. En laat dat nou net de plek zijn waar ik ook het meeste gebruik maak van speelgoedjes. In ieder geval om ze weg te gooien. (In andere situaties doe ik dat bijna nooit omdat ik het plotse rennen en stoppen wil vermijden.) Bij het water heb ik speelgoed gebruikt als hulpmiddel om haar te laten zwemmen. En dat is, in ieder geval bij Giggle, vermoed ik, onderdeel van haar gedrag. Het leren zwemmen vond ze spannend en nog steeds gaat het zwemmen gepaard met behoorlijk wat opwinding. Bij mij komen met het speelgoedje betekent ook dat ik het opnieuw weggooi. Dat kan ze leuk vinden (en dat is wat we in eerste instantie ook verwachten), maar dat kan ze natuurlijk ook eigenlijk best wel een beetje spannend vinden. Weggooien betekent ook dat ze het water weer in moet namelijk…

Ga voor jezelf eens na of er voor jouw hond ook zo’n achterliggende oorzaak zit als (onderdeel van het) probleem. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat je hond niet bij je komt aan het einde van de wandeling. Dat kan eraan liggen dat hij liever nog even langer wil wandelen maar misschien speelt wel mee, dat je hem eenmaal aangekomen bij de auto, steeds afdroogt of optilt om in de auto te zetten en dat hij dát erg vervelend vindt.

En dan? Als je hebt vastgesteld dat er iets anders onder verstopt zit? In mijn geval, hoeft Giggle niet perse te zwemmen. Ik ga bekijken of en hoe ik dat minder spannend voor haar kan maken. Niet meer laten zwemmen, het speelgoedje niet meer in het water gooien, kan dan mijn probleem voor een groot deel al oplossen. Is het nodig om je hond in de auto te tillen of kun je daar iets anders voor bedenken? Kun je hem afdrogen op een andere manier, je hond vindt het misschien niet leuk als je over hem heen hangt? Of misschien heeft hij er thuis minder moeite mee. Bedenk eens of en wat je kunt doen om het onderliggende makkelijker te maken, minder stressvol, te verbeteren.

Stap 2: stop met herhalen wat niet werkt!

Stop met proberen te doen wat niet werkt, geen of een averechts effect heeft. Stop met roepen in situaties waarin je eigenlijk van te voren al weet dat je hond toch niet gaat luisteren! Roep niet als je hond teveel is afgeleid. Roep niet als je je kans op succes maar klein inschat. Waarom niet? Hij komt toch niet! Het maakt niet uit of je hem wel of niet roept, je hebt het zelf al gezegd, hij komt toch niet..

Of eigenlijk, maakt het dus wel uit of je hem wel of niet roept…

Iedere keer dat je de hond roept, leert hij namelijk iets. OF Je roept hem en hij komt naar je toe… hij wordt beter in het naar je toe komen als je hem roept. OF Je roept hem en hij blijft snuffelen of spelen met een andere hond…hij wordt beter in het blijven snuffelen of spelen als je hem roept.

Ja maar… ik hoor het je denken, hoe moet ik er dan voor zorgen dat hij bij me komt?!!

We roepen de hond natuurlijk in situaties waarin we willen dat hij naar ons toekomt en luistert. Alleen…we moeten het hem eerst leren, juist ook in deze, vaak moeilijke situaties.

Stap 3: oefen stap voor stap

Je gaat stap voor stap oefenen met je hond. Beginnend in situaties die niet al te moeilijk zijn voor hem of haar. Vraag je af welke variabelen er een rol spelen bij het hierkomen van je hond. Wat maakt deze oefening makkelijker of moeilijker voor je hond? Maak een lijstje met daarin de afleidingen / omgevingen die je kunt oefenen met je hond en rangschik ze van makkelijk naar moeilijk. Bijvoorbeeld:

Variabelen: in huis, in de tuin, in park A, in het bos, bij het water. Met of zonder speelgoed in de hond zijn bek. Welk speelgoed? Bij welke personen? Als je hond snuffelt, met vreemde honden speelt, met bekende honden speelt…

Dit lijstje zal er voor iedere hond anders uitzien. De ene hond wordt getriggerd door dingen die hij ruikt, de andere hond wordt getriggerd door spelen met andere honden. En voor weer een andere hond speelt de locatie of het tijdtstip van de dag een rol of welke personen en mee wandelen. Allemaal variabelen die je mee kunt nemen in je lijstje.

Stap 3a: speeltje leren terugbrengen

Giggle vindt het moeilijk om met een speeltje in haar bek bij mij te komen. Dat ga ik apart met haar trainen. Ik heb eerder een begin gemaakt met speelgoed opruimen, die oefening ga ik weer oppakken en verder uitbreiden. Lees hier verder >>

Stap 4: baasje betekent feest!

Snel meer hierover…

okt
30
Mijn hond komt niet als ik hem roep, grrr!!

Giggle is nu ruim 2 jaar oud en in de meeste situaties ben ik aardig tevreden over hoe zij luistert.

Maar…

Als zij een speelgoedje heeft en ik roep haar…

Ze schudt met het speelgoedje, ze gooit het op de grond en blaft tegen mij, ze pakt het weer op en loopt in een grote boog op mij heen of bij mij vandaan, legt het speelgoed weer op de grond en kijkt naar mij. Doe ik dan een stap haar kant op, pakt ze het weer op, blaft met het speelgoedje in haar bek terwijl ze de afstand tussen ons weer iets vergroot…GRrr! Zo irritant! Ik wil af en toe met haar in het water spelen met een speeltje maar op deze manier vind ik daar dus geen bal aan! 1 Keer gooien, Giggle zwemmen en hoppaa… 20 minuten bezig om het speeltje weer terug te krijgen.

Herkenbaar??

Honden laten dit soort gedrag zien als ze een speeltje hebben, weten dat ze worden aangelijnd, niet naar de auto willen, aan het spelen zijn met andere honden of bijvoorbeeld als ze iets hebben ‘gepikt’ wat de moeite waard is.

Voordat ik nu mijn trainingsplan met jullie ga delen, wil ik graag van je weten…

  • herken je dit soort gedrag bij je hond?
  • wanneer doet jouw hond dit?
  • wat heb je al geprobeerd om het op te lossen?
  • werkte dit of helemaal niet?

Ik ben erg benieuwd naar jullie reacties…

jul
30
Moet ik dan altijd met die snoepjes blijven rondlopen?

Een veelgestelde vraag over beloningsgericht trainen: “Moet ik dan altijd met die snoepjes blijven rondlopen?”

Beloningsgericht trainen (en je hond dingen leren überhaupt) is meer dan de hele dag snoepjes uitdelen. Het gaat erom dat je een plan hebt en weet hoe je dat uit moet werken, met of zonder snoepjes.

Voor de eerste fase in dat plan, de hond aanleren wat je precies van hem verwacht, is het wel handig als je iets hebt dat je hond motiveert. Hoe groter de motivatie, hoe leuker hij het vindt, hoe sneller hij zal leren (mits je het hem uiteraard op de juiste manier aanleert!). Veel honden zijn gemotiveerd naar voer en ander lekkers en het is eenvoudig in het gebruik. Maar misschien wordt jouw hond wel helemaal happy van een lekkere massage, even samen rennen of spelen met jou of een andere hond. Bij het kiezen van een beloning gaat het erom dat je hond het als zodanig ervaart! (daarover een andere keer meer).

In een volgende fase van het aanleren, ga je testen of je hond ook echt begrijpt wat je bedoelt. Juist door niet meer iedere keer te belonen, maar een oefening 2 keer te vragen en de eerste keer de beloning achterwege te laten, kun je testen of de hond begrijpt wat je bedoelt.

Voorbeeld: Je vraagt 1 keer ‘zit’, de hond gaat zitten, je beloont niet maar blijft neutraal en geeft vrij. Je vraagt nog een keer ‘zit’. Als je hond nu niet gaat zitten kan dat verschillende oorzaken hebben (en nee, het heeft meestal niets te maken met koppigheid of eigenwijs zijn, 😉 echt niet! ). Als je in de aanleerfase bijvoorbeeld de beloning niet als beloning hebt gebruikt maar als voorwaarde, als omkoopmiddel, zul je nu merken dat de hond de 2e keer niet gaat zitten. Dat is niet de hond zijn schuld (of koppigheid of eigenwijsheid), misschien heb jij hem onbewust geleerd om het aangeleerde gedrag aan de beloning te koppelen in plaats van aan een signaal of commando.

Het zou ook kunnen dat je hond moe is, ergens ongemak van heeft of je de oefening ineens te moeilijk maakt en dat hij daarom niet luistert. Kan je hond 2 keer een oefening op vergelijkbare manier (kwaliteit) uitvoeren terwijl je alleen de 2e oefening beloont? Dan mag je ervan uitgaan dat hij begrijpt wat je bedoelt (in deze context).

Het afbouwen en vervangen van beloningen

Om je hond nu gemotiveerd te houden is het nu juist van groot belang om de beloning af te gaan bouwen, minder voorspelbaar te gaan maken en te gaan vervangen door andere vormen van beloning. Je beloont niet meer iedere keer maar bijvoorbeeld nog gemiddeld 1 op de 3 oefeningen en dan kies je de oefening die sneller, beter of in een moeilijkere omgeving werd uitgevoerd. Zo blijft je hond gemotiveerd.

Ook kun je er nu voor kiezen om verschillende oefeningen (die los van elkaar allemaal al goed gaan) aan elkaar te gaan koppelen. Je maakt een soort ketting van oefeningen. De laatste oefening beloon je dan.

Bv: je vraagt aandacht (oefening 1), als je hond kijkt vraag je hem om naar je toe te komen (oefening 2), als je hond bij je is vraag je hem om te gaan zitten (oefening 3), als je hond is gaan zitten verstop je op een afstandje iets lekkers in het gras (oefening 4, je hond moet even blijven), als je terug bent bij je hond geef je hem “vrij” en mag hij het lekkers gaan zoeken (beloning voor alle 4 de oefeningen). 

Ook kun je nu je beloning gaan vervangen door meer functionele beloningen. In plaats van iets lekkers geven, mag je hond weer vrij lopen of gaan snuffelen als beloning. Of als beloning mag hij in of uit de auto springen. Of je doet een deur voor hem open.

 

Als je een goed oefenplan hebt en je hond een bepaalde oefening stapsgewijs aanleert, zal je hond het uiteindelijk ook gewoon doen, omdat jij het vraagt, omdat hij goed begrijpt wat je van hem wil en omdat je hem in stapjes hebt geleerd bepaald gedrag als gewoonte uit te voeren op commando.

Maar ik kies er toch voor om mijn hond zo nu en dan te blijven belonen voor een goed uitgevoerde oefening of ander gewenst gedrag. 

Het zorgt ervoor dat ze het ook leuk blijft vinden, geeft haar zelfvertrouwen, houd de oefening netjes en het bevordert onze relatie. 

Bovendien zie ik een oefening doen of je hond die naar je luistert niet als JIJ HET BAASJE die de hond vertelt wat hij MOET DOEN, maar zie ik het meer als een samenwerking (waarin jij natuurlijk wél verantwoordelijk bent voor je hond en zijn gedrag en het dus van belang is dat je daar een bepaalde mate van controle over hebt). Dat betekent ook dat als je hond niet luistert of je hebt voor je gevoel onvoldoende controle over het gedrag van je hond, het niet alleen je hond degene is die ‘maar gewoon beter moet gaan luisteren’ maar er in de interactie tussen jullie en ook bij jou misschien iets moet veranderen. 

Vraag hieronder het ebook ‘het geheim van meer connectie en controle’ aan. 

Daarin lees je nog meer inzichten die je helpen om je  hond beter te gaan begrijpen en daardoor leuker en meer ontspannen met je hond te leren samenwerken en samenleven.

Naast het ebook krijg je ook toegang tot een volledig uitgewerkte oefening waar je samen met je hond direct mee aan de slag kunt. 

Vul hieronder je gegevens is.

dit veld niet invullen s.v.p.

Je gegeven worden vertrouwelijk behandeld.

jun
25
Wat is het je hond waard??

Een beloning is (pas) een beloning als je hond het zo ervaart.

Als je hond datgene wat jij hem geeft niet als beloning ervaart, is hij ook niet gemotiveerd om het gedrag waarvoor je hem ‘beloonde’ te herhalen. 

Sterker nog, als je hond helemaal niet zit te wachten op jouw goedbedoelde aai maar deze alleen maar als intimiterend of irritant ervaart op een bepaald moment, dan zal hij deze als negatieve consequentie ervaren en kan het ervoor zorgen dat de kans juist kleiner wordt dat hij het gedrag zal herhalen (waarvoor jij hem dus eigenlijk wilde belonen :-O).

Dit is de reden dat veel oefeningen, in ieder geval in eerste instantie worden aangeleerd met behulp van voertjes. Want deze kunnen heel effectief zijn als beloning omdat de meeste honden het als iets plezierigs ervaren.

“Hij moet het maar doen voor ’n aai of mijn stem” werkt voor veel honden niet (en soms dus zelfs averechts zoals hierboven uitgelegd).  

Kies dus een beloning die je hond ook als beloning ervaart.

Die beloning is vaak niet in alle situaties hetzelfde, dat kan thuis iets anders zijn dan buiten in het park. Mijn hond bv vind in huis een brokje prima als beloning maar als ik buiten met haar oefen, spuugt ze die soms gewoon uit ;-). Spelen met haar kan in een rustige omgeving haar soms wel even plezier geven maar als ik buiten in het bos ben, doe ik haar een veel groter plezier met lekker laten snuffelen of samen heuvel op, heuvel af rennen :-). 

Hoe waardevoller je hond de beloning ervaart, hoe sterker het leereffect zal zijn. Als ik met mijn hond thuis oefen, gebruik ik gewone brokjes maar als ik in het park oefen in de buurt van andere honden gebruik ik stukjes gedroogd hertensnack of het met andere honden spelen als beloning.

Spelen met andere honden als beloning???

Jazeker, de kunst is om zoveel mogelijk gewenste koppelingen te maken tussen datgene dat je hond leuk vindt om te krijgen of te doen en iets waarvan jij graag wil dat je hond het zal herhalen!

HOE KUN JE DAT DOEN?

Maak een lijst met dingen die jouw hond als beloning ervaart (allerlei dingen die hij leuk vindt om te krijgen of te doen) en geef de beloningen ook een waarde. Dat ziet er dan bijvoorbeeld zo uit:

  • Aai – 5
  • Gewoon brokje – 15
  • Stukje kaas of gedroogd vlees – 35
  • Samen rennen – 10
  • Spelen met andere onbekende honden – 70
  • Spelen met hondenvriendjes – 90
  • Zwemmen – 15
  • Trekspel doen – 25
  • Snuffelen – 15

Maak ook een lijstje van de dingen die jij belangrijk vindt en waarvan je graag wil dat je hond er heel goed in wordt.

Dat ziet er dan bijvoorbeeld zo uit:

  • Naar jou kijken, op je letten, je in de gaten houden.
  • Komen als je roept (en als je niet roept).
  • Zonder trekken aan de lijn lopen.
  • Wachten op toestemming.
  • Rustig gedrag in huis.

Probeer nu, in zoveel mogelijke situaties, dingen uit lijstje 1 te laten volgen op dingen uit lijstje 2. De dingen uit lijstje 2 kun je om vragen maar je kunt ook een moment kiezen dat je hond dit uit zichzelf doet of het gedrag toevallig voorbij komt.

  • Naar jou kijken (uit jouw lijstje) wordt gevolgd door een trekspel (uit het lijstje van jouw hond).
  • Wachten op toestemming (uit jouw lijstje) wordt gevolgd door mogen snuffelen (uit het lijstje van jouw hond).
  • Niet trekken aan de lijn (uit jouw lijstje) wordt gevolgd door brokjes of stukjes gedroogd vlees (uit het lijstje van jouw hond).
  • Minste connectie (een eerste stap naar iets uit jouw lijstje) wordt gevolgd door mogen spelen met een hondenvriendje (uit het lijstje van jouw hond).

Hoe zien jouw lijstjes eruit en welke koppelingen ga jij proberen te maken? Laat het me weten in een reactie hieronder.

Vraag hieronder het ebook ‘het geheim van meer connectie en controle’ aan. 

Daarin lees je nog meer inzichten die je helpen om je  hond beter te gaan begrijpen en daardoor leuker en meer ontspannen met je hond te leren samenwerken en samenleven.

Naast het ebook krijg je ook toegang tot een volledig uitgewerkte oefening waar je samen met je hond direct mee aan de slag kunt. 

Vul hieronder je gegevens is.

dit veld niet invullen s.v.p.

Je gegeven worden vertrouwelijk behandeld.

feb
08
Hoe simpel kun je het maken??

Hoe simpeler je het kunt maken, hoe beter dat het is!

Wil je je hond iets nieuws aanleren? Verdeel je oefening in laagjes en zoveel mogelijk tussenstapjes.

Een voorbeeld:

Je wil je hond leren om te blijven terwijl je hardop tot 5 telt. Dat probeer je een keer, maar zodra je begint te praten, staat hij op.

Een heel belangrijke regel om te onthouden is de volgende: Niet 2 keer achter elkaar precies hetzelfde proberen! Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg! Als je het nog een keer op dezelfde manier probeert, is de kans heel groot dat het nog een keer niet lukt en dat is zonde.

Een van de dingen die je kunt doen om het wel te laten lukken, is de oefening verdelen in zoveel mogelijk tussenstapjes.

In dit voorbeeld hardop tot 5 tellen, hoeveel tussenstapjes kun je verzinnen? Je kunt eerst tot 1 tellen, dan tot 2, enz. Dan heb ik 4 tussenstapjes. Kunnen we er nog meer tussenstapjes van maken? Je kunt ook eerst in jezelf tot 1 tellen, tot 2, enz, dan fluisterend tot 1, tot 2, enz en dan hardop tot 1, tot 2 , enz tot 5. Dan heb ik ineens 14 tussenstapjes!

Hoe kleiner de stapjes zijn, hoe groter de kans dat je de hond kunt belonen voor wat goed ging. Hoe vaker je dat doet, hoe meer vertrouwen hij in de oefening krijgt, hoe zekerder van zijn zaak hij wordt. Hij zal gemotiveerd blijven en het leuk blijven vinden om te oefenen en dingen te leren.

Veel oefeningen bestaan uit verschillende ‘laagjes’ die je los van elkaar kunt oefenen. In ons voorbeeld van het hardop tot 5 tellen, heb je een laagje ’tijd’: de hond moet leren om 5 seconden te blijven. Daarbij heb je een laagje ‘hardop tellen’: de hond moet leren om te blijven terwijl je hardop telt. Oefen de laagjes eerst los van elkaar en voeg ze dan samen. Dus eerst alleen de tijd langer maken, dan het tellen en ze stap voor stap samen voegen.

Nog een voorbeeld: de hond leren om te blijven terwijl je al joggend een rondje om hem heen rent.

Laagje ‘joggen’ en laagje ‘rondje om hem heen’.

Tussenstapjes laagje ‘rondje om de hond heen’: stap op de plaats – stap naar links – stap naar rechts – 1 stap van een cirkel om de hond heen – 1 stap van een cirkel om de hond heen naar de andere kant –  2 stappen van een cirkel om de hond heen – 2 stappen van een cirkel om de hond heen naar de andere kant –  3 stappen van een cirkel om de hond heen – 3 stappen van een cirkel om de hond heen naar de andere kant –  enz.

Tussenstapjes laagje ‘joggen’: 1 stap op de plaats – 2 stappen op de plaats – 3 stappen op de plaats – 4 stappen op de plaats – 5 stappen op de plaats – 1 stap op de plaats waarbij je een verende beweging maakt en je ene been iets hoger optrekt en op je tenen van de andere gaat staan – 2 stappen op de plaats waarbij je een verende beweging maakt en je ene been iets hoger optrekt en op je tenen van de andere gaat staan – jog beweging op de plaats, héél kort – joggen op de plaats, 1 sec. – joggen op de plaats, 2 sec. – joggen op de plaats, 3 sec. – joggen op de plaats, 4 sec. – joggen op de plaats, 5 sec. – joggen op de plaats, 6 sec.

Na iedere geslaagde tussenstap beloon je de hond. Als de laagjes los van elkaar lukken, ga je ze samenvoegen. Dat doe je weer met tussenstapjes. Dus NIET de laatste stap van het laagje ‘joggen’ met de laatste stap van het laagje ‘rondje om de hond heen’. Maar in dit voorbeeld: joggend 1 stap naar links – joggend 1 stap naar rechts – enz.

Als je zo een oefening opbouwt, weet je waar je mee bezig bent en zal de hond ook écht leren wat je hem wilde leren.

Als je te snel wil of te grote stappen neemt:

  • zal je hond sneller in de fout gaan
  • wordt je hond onzeker
  • verliest hij motivatie, wil niet meer oefenen
  • gebeurt dit bij veel oefeningen, kan je hond luisteren überhaupt niet meer leuk vinden “o nee, mijn baasje zegt weer iets, dat begrijp ik toch niet”
  • gaat je hond zich afsluiten of raakt gefrustreerd.

Nog verder lezen over hoe je je hond een betrouwbare blijf-oefening kunt aanleren?

aug
24
Blijf bij je plan!

Je hebt een probleem, klein of groot, met je hond of pup. Je gaat op zoek naar hulp! Je informeert bijvoorbeeld bij de fokker, hoe je om moet gaan met dat bijtgedrag bijvoorbeeld, en die geeft je een bepaald advies (ik noem bijtgedrag als voorbeeld, maar hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld opspringen tegen mensen, blaffen als de bel gaat, uitvallen aan de lijn, niet komen als de hond geroepen wordt en vul verder maar aan…).

Met het advies dat je krijgt ga je aan de slag maar het gedrag verbetert niet echt snel. Dan kom je tijdens de wandeling een buurvrouw tegen die al tig jaar honden heeft en die weet DE oplossing voor je probleem. Wat zij zegt klinkt aannemelijk dus dat ga je maar eens proberen. Vervelend genoeg wordt het gedrag nu alleen nog maar erger! Wat moet je nu toch?! Nou dan maar eens op internet zoeken. Ha, hier staat iets wat misschien bruikbaar is…STOP!!!

Wat ik hierboven beschrijf hoor en zie ik heel veel om me heen gebeuren. Je loopt ergens tegenaan, je weet je geen raad, wil zo snel mogelijk een oplossing, gaat op verschillende plaatsen op zoek naar die oplossing en je probleem wordt ondertussen alleen maar groter.

Hou, als je eenmaal een methode hebt gevonden die je wat lijkt, daar lang genoeg aan vast voordat je je koers wijzigt en iets anders probeert. Als iets echt niet werkt voor jullie of het past je niet dan is het uiteraard verstandig om een alternatief te zoeken. Echter allerlei adviezen zeer kort ‘proberen’ of ’testen’ werkt zowiezo niet. Je hond krijgt niet de tijd om te wennen aan de nieuwe manier, de nieuwe regels, de nieuwe oefeningen en zijn gedrag zal niet in een dag of twee ineens 100% verbeteren. Dat heeft tijd nodig, geef het die tijd! Echt, geloof me, als je gaat shoppen voor oplossingen, zal je probleem alleen maar groter worden.

Doe jezelf en je hond een plezier! Zoek hulp en adviezen, maak een plan en hou je daar een tijd aan! Alleen dan kun je zien wat het effect is op het gedrag van je hond.

jun
03
Hoe maak je van de hond zijn grootste afleiding zijn grootste beloning?!

Als je hond snel is afgeleid door bijvoorbeeld luchtjes of andere honden, krijg je al snel te horen of lees je hier en daar in tips dat je moet proberen ervoor te zorgen dat jij als baasje het meest leuke en interessante bent voor de hond. Je gaat op zoek naar andere of sterkere vormen van beloning die je de hond kunt geven. Stukjes ander lekkers, sterker ruikend of ander speelgoed.

Soms is deze aanpak succesvol en het kan ook zeker een bijdrage leveren om meer aandacht van je hond te krijgen en meer controle over hem in moeilijke situaties met veel afleiding.

Maar je kunt, ook al pas je bovenstaande toe, toch het gevoel blijven houden dat je ‘in strijd’ blijft met je hond omdat hij eigenlijk toch liever wil snuffelen of blijft trekken naar die andere honden.

Kijk eens op een andere manier naar beloningen. Niet alleen dingen die JIJ de hond kunt GEVEN kun je als beloning gebruiken maar ook dingen die de HOND graag WIL DOEN!

Geef de HOND wat hij GRAAG WIL DOEN als beloning voor wat JIJ GRAAG WIL DAT DE HOND DOET.

Geef de hond toestemming om te doen wat hij wil nadat hij iets heeft gedaan wat jij wil dat hij doet (of om te beginnen, een ienie-mini stukje in de goede richting van het gedrag dat je uiteindelijk wil.)

Zo hoef je niet meer altijd de leukste te zijn! In plaats daarvan geef je de hond toestemming om te gaan doen wat HIJ het leukste vind op dat moment (uiteraard zijn er grenzen).

Bijvoorbeeld: je hond  wil heel graag snuffelen maar jij wil graag meer aandacht van de hond. Je kunt hem dan steeds verbieden om te snuffelen of je blijft steeds geluidjes maken of op andere manieren zijn aandacht vragen en hem belonen als hij naar je kijkt met wat lekkers of spel.

Als je hond lekkers of spel leukt vindt, dan is deze methode wellicht succesvol, maar wat nou als hij eigenlijk dat snuffelen liever doet dan het lekkers eten of spelen met jou. Dan sta je daar. Aan je hond te trekken (letterlijk of figuurlijk) en voelt het als een strijd. 

Bovendien ga je hiermee ook voorbij aan wat je hond eigenlijk zo graag wilde, snuffelen! En de wandeling is ook voor hem toch?!

Je loopt het risico dat hij geïnteresseerd blijft in het gras en ondanks je vele beloningen in de vorm van spel of lekkers, de hond steeds zal proberen met zijn neus bij het gras te komen.

Je kunt dit ook anders aanpakken. Vraag hem om heel even aandacht voor je te hebben of wacht het juiste moment af en in ruil daarvoor geef je hem toestemming om vervolgens even in het gras te snuffelen.

Op deze manier wordt jij als baasje als het ware zijn toegangspoortje tot allerlei leuke dingen in de omgeving die hij graag wil doen.

Zo kun je snuffelen maar bijvoorbeeld ook het contact met andere honden, tegen een boom plassen, los mogen lopen of zwemmen als beloning gaan gebruiken.

  • Even zitten, dan naar de hond om te begroeten.
  • Rustig meelopen aan de lijn zonder trekken, tegen een boom mogen plassen.
  • Een spelletje met de baas doen en daarna lekker los mogen lopen.
  • Rustig aandacht hebben voor de baas met als beloning toestemming om te gaan zwemmen.

Zo wordt je als baasje niet zijn belemmering om te doen wat hij eigenlijk wil (“jakkes, mijn baas vraagt weer iets”) maar de hond leert dat met jou bezig zijn hem toegang geeft tot andere leuke activiteiten (“jippie mijn baas roept weer, wat zal er nu weer voor leuks volgen”).

Wil je me hieronder in de reacties laten weten wat de grootste afleiding is voor jou hond en misschien heb je nu al een ideetje hoe je deze als beloning kunt gaan gebruiken?

mei
04
Afwisselen van beloningen

Wat gebruik jij voor beloningen als je met je hond traint?

Zijn brokjes? Stukjes worst? Hondenkoekjes? Een aai? Spelen?

Juist door verschillende beloningen af te wisselen houd je de hond gemotiveerd. Hij weet dan immers van te voren niet wat hij voor beloning kan verwachten. Dat kan een training een stuk interessanter maken.

Zorg er dan wel voor dat de hond voorafgaand aan de oefening of opdracht ook echt niet weet wat er komen gaat. Als je bijvoorbeeld al je hand in je zak hebt tijdens het geven van de opdracht “zit” kondig je stiekem de beloning al aan. Hand in je zak = er komt een snoepje uit. Let er dus op dat je pas NA het correct uitvoeren van de opdracht je beloning te voorschijn haalt. Die beloning kan uit je zak komen, maar je kunt ook samen naar de speelgoedmand lopen en er een speelgoedje uit toveren en daarmee gaan spelen.

Hoe meer variaties en verrassingen, hoe leuker de hond het zal vinden om samen met je te trainen. De ene keer haal je wat lekkers uit je zak, de andere keer een stukje worst uit een potje op de kast en weer een volgende keer pak je een speeltje van de grond om even samen te spelen.

Maar niet alleen dingen die je de hond kunt GEVEN kun je als beloning gebruiken. Wist je dat je ook alles wat de hond graag wil DOEN als beloning kunt gebruiken?! Een zoekspelletje, samen een stukje rennen of mogen snuffelen bijvoorbeeld. En heb jij een hond die heel graag met andere honden speelt? Ook dat kun je gebruiken in je voordeel! Hoe? Dat leg ik een volgende keer uit…

mrt
23
Wat is het belangrijkste voor een betrouwbare blijf oefening?

Een  betrouwbare blijf-oefening geeft je zeer veel controle over je hond.

En die blijf oefening is zo’n oefening die eigenlijk pas nuttig wordt als je hond het goed kan. Want ga maar na, wanneer wil je die oefening gebruiken? In het ‘echte leven’ bedoel ik dan. Waarschijnlijk zijn er wel wat afleidingen in de buurt in dit soort situaties. Andere honden of rennende kinderen of een overstekende kat…

Er zijn 3 dingen die ervoor zorgen dat je hond snel veel beter kan worden in deze oefening, ook met afleiding in de buurt.

  1. Geef de oefening een duidelijk begin EN een duidelijk einde! Leer de hond niet alleen dat hij moet blijven maar vooral ook wanneer hij weer mag opstaan. Leer hem dat jij dat einde aangeeft (met ‘vrij’ bijvoorbeeld). Dat hij dus niet mag opstaan na het koekje of na je aai of goedkeurende blik. Hoe kun je dat aanleren? Geef bijvoorbeeld niet steeds 1 koekje en dan einde oefening. Geef er soms 2 of 3, zo weet de hond nooit wanneer het de laatste is. Sluit de oefening vervolgens af met ‘vrij’ en daarna krijgt de hond geen beloning meer en wacht je tot hij iets anders gaat doen.
  2. Stel een (haalbaar) doel. Ga niet zomaar oefenen. Grote kans dat je dan oefent totdat het mis gaat, zonde! Voor een zo betrouwbaar mogelijke blijf oefening moet de hond zo veel mogelijk succes hebben. Start dus met ‘zit’ – ‘blijf’- 1 sec – 1, 2 of 3 koekjes – ‘vrij’. Gaat dit goed? Dan maak je de tijd langer en de situaties moeilijker.
  3. Afleiding in de buurt = kans om beloning te verdienen. Als je hem wil leren blijven met afleiding in de buurt moet je ervoor zorgen dat hij die afleiding wel waarneemt. Maak er dus geen aandacht oefening van. Zo van: kijk-maar-naar-mij-want-dan-zie-je-de-afleiding-niet. Wat gebeurt er dan zodra je hond de afleiding wel waarneemt?! Hoe oefen je dit? Start op grote afstand met afleiding. Wacht totdat je hond de afleiding waarneemt en beloon hem dan direct. Als je afstand groot genoeg is, is de kans groot dat de hond kan blijven zitten. Bovendien probeer je zó snel te belonen dat de hond de kans niet krijgt om op te staan.

blijf signaal hand

jan
27
kinderen en honden, houd het gezellig!

kind en hondIn het begin is de pup zo leuk en schattig! Ach, ze willen hem aaien, ermee knuffelen, hem optillen, ermee wandelen en spelen. Maar dan…

Puplief begint in broekspijpjes, sjaaltjes en rondfladderdende jasjes te happen.

Puplief springt tegen ze op en bijt in hun handjes.

De kinderen kunnen niet meer normaal van de ene naar de andere kant van de kamer lopen, om over spelen of rennen nog maar te zwijgen…

Al snel vinden ze de hond niet zo lief meer, beginnen te vluchten op banken en stoelen als pupmans in de buurt komt en samen wandelen resulteert in een strijd om ze uit elkaar te houden en te voorkomen dat er weer een gescheurd shirt bijkomt.

Kinderen en honden kunnen prima samengaan en een geweldig team vormen, het kunnen de beste maatjes worden. Vanaf de eerste dag moeten er duidelijke regels en grenzen zijn, voor beiden. Ze moeten elkaar leren begrijpen en dit proces moet goed en zorgvuldig worden begeleid!

  • Veel bijtincidenten vinden thuis plaats. Jonge kinderen zijn vaak het slachtoffer en worden vaak gebeten door een bekende hond.
  • In 77% van alle bijtincidenten was een bekende hond betrokken.
  • In 65% van de gevallen gebeurde het bijtincident bij het slachtoffer thuis.
  • De gemiddelde leeftijd van de slachtoffers die thuis gebeten worden door een bekende hond is 5 jaar.
  • In 86% van de gevallen beet de hond het kind als reactie op iets wat het kind deed (waarmee ik niet wil zeggen dat het kind het dus schuld was, Het geeft aan dat als we kinderen en honden beter leren om met elkaar om te gaan, we een hoop ellende kunnen voorkomen.)

Veilige omgang tussen kind en hond wordt vooral bepaald door een goede communicatie en begrip van elkaar. Onderstaande regels kunnen helpen om te voorkomen dat er miscommunicatie of onbegrip ontstaat en dit verder escaleert.

Kinderen en honden nooit alleen laten zonder toezicht, ook niet voor héél even.

Gebruik een bench of ren om de pup of hond in te zetten als er niemand is om toezicht te houden. Laat kind en hond niet samen alleen achter in dezelfde ruimte, neem één van beiden dan mee naar een andere ruimte.

Kinderen mogen de hond niet storen als hij rust, slaapt, eet of een kluifje heeft.

Leer kinderen dat de mand of bench of ren van de hond zijn plek is. Spreek een zone met ze af waar ze de hond met rust moeten laten. Leer de hond om naar die plek te gaan als hij rust wil. Zie je dat de hond wegloopt bij de kinderen? Stimuleer hem om naar zijn rustplek te gaan. Leer de kinderen dat ze niet achter de hond aan mogen gaan.

Als de hond iets doet wat niet mag, leer kinderen om een volwassene te roepen, die lost het voor ze op.

Kinderen kopiëren gedrag dat ze bij hun ouders of andere volwassenen zien. Ze zien dat ouders of andere volwassenen bijvoorbeeld de hond van de bank af sturen of hem beletten om iets te doen wat niet mag. Doordat de lichaamshouding en manier van bewegen van kinderen vaak heel anders is, wordt de boodschap door de hond ook heel anders geïnterpreteerd.

De hond niet omhelzen. Leer kinderen om de hond aan de onderkant en zijkant van de kop te aaien, met één hand tegelijk.

Deze regel voorkomt dat de hond zich ingesloten voelt en mogelijk bedreigd. De juiste plek van aaien zorgt ervoor dat de kinderen hun handjes niet als speelgoedje aan de hond aanbieden en dat de hond kan zien waar hij aangeraakt gaat worden. Als extra kun je afspreken met de kinderen (dit is overigens voor iedereen een goede regel) dat je de hond 3 seconden aait en hem dan 3 seconden weer even laat. Door deze 3 seconden regel toe te passen geef je de hond tussendoor steeds de mogelijkheid om weg te lopen uit de interactie. Blijft hij bij je staan tijdens de pauze? Dan mag je hem nog een keer 3 seconden aaien.

Loop of ren niet achter de hond aan en pak hem niet vast, ook niet bij de halsband of tuigje.

Als de hond wegloopt bij je, loop of ren dan niet achter hem aan. Ook al was je met hem aan het spelen. Als een hond een stapje achteruit doet of wegloopt, doet hij dat met een reden. Hiermee communiceert hij dat hij er genoeg van heeft, het niet leuk meer vindt of zich ongemakkelijk voelt in een situatie. Laat kinderen de hond nooit optillen.

Spelen met de hond.

Als je met de hond speelt, gebruik daarvoor speelgoed van de hond. Houd het speelgoed laag bij de grond, zo voorkom je dat de hond gaat springen tijdens het spel. Als de hond tijdens het spel te druk wordt of wegloopt, stop dan met spelen. Speur en apporteerspelletjes zijn voor kinderen geschikter om samen te doen dan een trek of stoeispel.

Niet gillen, schreeuwen, springen en heel druk doen in de buurt van de hond, de hond kan dit als bedreigend ervaren.

Geef de hond een plek om naar toe te gaan terwijl de kinderen ergens anders kunnen rennen, springen enzovoorts. Dit voorkomt ook dat de hond de kinderen als speelgoed gaat zien. Dat hij achter ze aan gaat rennen en in ze gaat happen en naar ze gaat springen. Geef de hond iets anders om te doen, een kluifje bijvoorbeeld of een gevulde kong.

Niet aan de hond zijn oren, vacht of staart trekken en niet slaan of schoppen naar de hond. Ook niet op een andere manier plagen of pijn doen.

Kinderen zijn zich hiervan niet bewust en reageren soms impulsief op een hond, zeker als de hond iets bij ze doet wat ze niet willen of wat ze eng vinden. Kinderen kunnen een hond plagen zonder dat bewust te doen, door bijvoorbeeld twijfelend of onzeker contact te maken met de hond, hem op een bepaalde manier te benaderen of hun hand uit te steken.

Heb jij vragen over kinderen en honden? Stel ze gerust hieronder.