De puberteit…de overgang van de puppyfase naar volwassenheid. Een periode waarvan menig hondeneigenaar al wakker ligt nog voordat hij de pup mag ophalen, alleen al door allerlei wilde verhalen die hierover de ronde doen.
Deze fase begint ergens tussen de 6 en 12 maanden. Afhankelijk van de ontwikkeling van de hond. Net als bij mensen, de een is er wat vlotter mee en heeft er meer ‘last van’ dan de ander.
Maar ook hetzelfde als bij mensenkinderen geloof ik dat je bij honden de basis legt in de periode ervoor.
Je puberhond wordt nog verder zelfstandig. Door de grotere zelfstandigheid zal je puber andere keuzes maken dan voorheen in een vergelijkbare situatie. Net als bij mensen-pubers komt het ook bij honden vaker voor dat onze prioriteiten en wat wij van ze willen niet overeenkomen met wat de hond wil, wat hij op dat moment belangrijk vindt. Dit kan hem in situaties brengen waarin hij (onbedoeld) ongewenste gedragingen leert.
Het kan er in deze periode op lijken dat je hond bepaalde dingen hij tot nu toe al best wel aardig deed, onder de knie had (dacht je althans) ineens is vergeten. Het lijkt ineens weg te zijn. Dat is niet zo! Gedeeltelijk kan dit ‘ineens verdwijnen van reeds aangeleerd gedrag of oefeningen’ vaak worden verklaard doordat je, als dingen goed gaan, geneigd bent om beloningen te minderen en soms te snel te weinig aandacht aan het gedrag blijft besteden. Dan zal het gedrag in kwaliteit ook snel minder worden. Als je dat niet tijdig signaleert en ingrijpt, lijkt het gedrag dan ‘ineens weg’.
Daarbij komt dan de verschuiving van prioriteit door de leeftijdsfase waarin je hond terecht komt. Je zou het kunnen zien als een ladekastje met boven elkaar een heleboel lades. De bovenste lades kan je hond het makkelijkste bij en deze zal hij snel aanspreken. Tot nu toe zaten allerlei aangeleerde gedragingen en oefeningen in deze bovenste lades. Door de puberteit zijn er wat lades van plek veranderd. Het aangeleerde gedrag en de gekende oefeningen zijn er nog wel maar ze zijn in lades terecht gekomen die wat lager zitten. Ze zijn wat moeilijker aanspreekbaar geworden. Andere gedragingen zijn in lades erboven terecht gekomen. Hoe betere basis je hebt gelegd in de periode hieraan voorafgaand, hoe minder ver de lades nu wegzakken en hoe gemakkelijker je ze weer bovenin je kastje kunt krijgen.
In veel oefeningen en aangeleerde gedragingen en gewoontes is het verstandig om stapjes terug te doen. Leg de lat iets minder hoog. Zodra je gedrag of oefeningen uit een bepaald laatjes kunt belonen, zal dat laatje weer wat omhoog schuiven, richting de plaats waar je het hebben wil. Als je te lang wacht, een oefening te moeilijk maakt, is de hond afgeleid, kiest hij voor andere prioriteiten, kun je hem niet belonen en gaat je laatje weer dicht op dezelfde plek of erger nog, hij schuift naar beneden.
In de puberteit worden honden geslachtsrijp. Hun geslachtshormonen komen op gang. Daardoor ervaart je puberhond de wereld op een andere manier. Over het algemeen zul je merken dat je puber, nog meer dan voorheen, op de buitenwereld om hem heen is ingesteld. Alle informatie die de wereld bevat, vooral in geuren, zullen veel meer zijn aandacht trekken. Geuren worden een bron van superbelangrijke informatie voor je puber. Voorheen kon hij nog niet zoveel met de geur van plasjes van andere honden. Nu vertellen deze geuren hem hele verhalen. Je hond kan het lezen als een soort streepjescode, hoe oud was de hond, mannetje of vrouwtje, ziek, wat de ander heeft gegeten, enz? Doordat je puberhond verandert komt dit soort informatie nu ineens voor hem vrij en wordt het van groot belang. Geef hem dan ook de tijd om deze informatie tot zich te nemen.